ADHD – Problemen met aandacht en hyperactiviteit

Deze tekst behoort tot ons dossier over leerstoornissen. Hier worden bij wijze van inleiding enkele algemene beginselen aangehaald. Ook kunnen ouders er tips terugvinden.

In de praktijk

Er bestaan verschillende vormen van aandachtsstoornissen: de aandachtsstoornis die dominant is (weinig of geen hyperactiviteit/impulsiviteit); de stoornis waarbij hyperactiviteit/impulsiviteit dominant is (weinig of geen afleiding) en de aandachtsstoornis met hyperactiviteit of impulsiviteit.

Bepaalde tekenen kunnen eventueel duiden op een aandachtsstoornis, en de aandacht trekken van de ouders:

  • Moeite om stil te blijven zitten: de leerling zal zonder ophouden lopen, springen, kruipen en op zijn stoel wriemelen.
  • Moeite om rustig te blijven tijdens de maaltijden, in de klas en tijdens momenten waarbij gewacht moet worden.
  • Moeite om naar anderen te luisteren: de leerling praat zonder te luisteren en onderbreekt gesprekken en activiteiten zonder enige reden.
  • Verwarde mondelinge uitdrukking : de leerling windt zich op wanneer hij praat, hij raakt vaak de draad van zijn gedachten kwijt.
  • Neiging om risico’s te nemen zonder de gevolgen ervan in te schatten.
  • Moeite om te organiseren.
  • Moeite om zich te concentreren : ongeduldig, afgeleid, vergeetachtig en snel vermoeid.
  • Kan niet goed omgaan met frustratie en regels van bovenaf : de leerling probeert zijn eigen wetten op te leggen.
  • Wisselend humeur en lichtgeraakt: de leerling kan snel van lachen naar wenen overschakelen zonder zichtbare reden.

 

Hoe mijn kind begeleiden in zijn schoolloopbaan

  • De leerling niet aanspreken op elk buitensporig gedrag: dit zou hem kunnen frustreren en tot ruzie kunnen leiden.
  • De leerling aanmoedigen en stimuleren om eerst na te denken voor hij handelt.
  • De leerling feliciteren en aanmoedigen wanneer zijn gedrag conform de verwachtingen is: deze positieve bekrachtigingen zijn essentieel.
  • Afleiding tijdens het schoolwerk vermijden (radio, speelgoed, etc.).
  • Het werk in duidelijke doelen op korte termijn opdelen en plannen. Vermijden dat de leerling geconfronteerd wordt met een grote dosis werk.
  • Variëren in types oefeningen.
  • Toestaan dat de leerling beweegt tijdens de lessen en regelmatig korte pauzes voorzien.
  • Toelaten dat de leerling meer tijd nodig heeft dan een ander kind om oefeningen of taken te maken, omdat hij al veel inspanningen moet leveren om geconcentreerd te blijven.