Ontdek onze andere adviezen >

Laat uw succes niet beïnvloeden door deze drie vooroordelen !

Beïnvloedt jouw IQ, jouw gender of jouw sociale omgeving jouw resultaten? Dé stereotypen die jouw succes op school beïnvloeden!?

“Ik ben slecht in wiskunde omdat ik een meisje ben,” en “Mijn Frans wil maar niet lukken omdat ik een jongen ben”

Ooit al gehoord dat de meisjes de literairen bij uitstek zijn en er in elke jongen een uitstekende wetenschapper schuilt? Wij alleszins wel en we zijn ervan overtuigd dat dit niet de eerste keer is dat u dit hoort en jammer genoeg ook niet de laatste keer. Dergelijke vooroordelen vormen een groot probleem.

Wetenschappelijk onderzoek toont wel degelijke verschillen aan. Jongens hebben inderdaad vaker goede resultaten in de vakken zoals wiskunde of fysica of chemie, terwijl meisjes vaker beter scoren op school voor de literaire vakken zoals Nederlands of Engels, enz.

Waarom is dat zo?

Wetenschappelijke studies tonen aan dat het helemaal niets te maken heeft met de samenstelling van onze hersenen. Een mooi voorbeeld van een studie die dit aantoont, is waarbij meisjes en jongens heterogeen gemengd werden over twee groepen en éénzelfde opdracht moesten uitvoeren. De opdracht was dat ze een bepaalde complexe figuur moesten overtekenen. In de ene groep werd er in termen van een meetkundige oefening gesproken, terwijl we in de andere groep eerder over een tekenoefening spraken.

In de groep waar ze bewust het meetkundige aspect in benadrukten, staken de jongens erbovenuit, terwijl de meisjes het opmerkelijk beter deden in de “tekengroep”.

Een andere studie focuste zich op iets oudere leerlingen die allemaal sterk waren in wiskunde. Bleek dat de resultaten die ze hadden afhankelijk waren van de info die hen werd meegegeven aan het begin van de test. De meisjes haalden betere punten toen hen werd gezegd dat de resultaten geen verschil tussen de geslachten zou aantonen. Bij de jongens was de situatie echter omgekeerd en scoorden ze bijgevolg beter wanneer hen werd gezegd dat er altijd een verschil zou zijn.

 

Maar, wat betekent dit nu precies?

Concreet wil dit zeggen dat stereotypes van dit genre onze resultaten enorm kunnen beïnvloeden. Deze twee studies tonen dit goed aan, maar dit is jammer genoeg ook het geval op de schoolbanken. Dat je een meisje bent wil dus niet automatisch zeggen dat je beter bent in talen en slechter zal scoren op wiskunde.

Waarom behalen meisjes betere punten op school ?

De OECD spreekt van wat we een “sociale conventie” noemen. Menig jongens maken zich het stereotype van de ongeïnteresseerde leerling eigen. Ze interesseren zich bijgevolg ook niet in hun resultaten en tonen geen respect voor autoriteit op school. Dit betekent echter niet dat ze niet in staat zijn om goede resultaten te behalen. Ze geven zichzelf gewoon niet de nodige middelen.

Conclusie? Of je nu een meisje of een jongen bent, je hebt je resultaten en jouw succes voor elk vak zelf in de hand!

“Ik heb geen hoog IQ, dus mijn schoolresultaten zullen ook niet denderend zijn”

Wist u dat het menselijk brein de neiging heeft om uw overtuigingen alleen maar te versterken? Ons brein onthoudt enkel de gegevens die deze overtuiging versterken en verwerpt dan weer de informatie die dit zou kunnen ontkrachten. Je acht jezelf niet in staat om goede schoolresultaten te behalen? Je bent overtuigd dat je hoe dan ook niet intelligent genoeg bent? Jouw hersenen zullen enkel de informatie opslaan die dit idee verder onderbouwen. De kans is bijgevolg groot dat je hierdoor nooit je doelen zal bereiken.

In het kader van een studie over de ongelijke kansen op school werden leerlingen met een gemiddeld IQ verdeeld over twee groepen. Elke groep zou les krijgen van een leerkracht. De ene leerkracht kreeg de informatie mee dat in zijn groep zeer sterke leerlingen zaten met een hoog IQ en ook heel braaf waren. Over de andere groep werd er echter gezegd dat ze grote lastpakken waren met een laag IQ. De resultaten van deze studie waren verbazingwekkend. Na enkele weken keken ze naar de resultaten van de leerlingen uit de twee groepen. Hier merkten ze op dat de resultaten van de leerlingen uit de eerste groep opmerkelijk veel hoger lagen dan bij de tweede groep. Zowel op het niveau van de resultaten als op dat van de discipline zagen ze een grote verschil.

Hoe moeten we dit fenomeen interpreteren?

De overtuiging van de leerkrachten, ten gevolge van de info die zij meekregen, heeft een impact gehad op hun aanpak en hun attitude tegenover de leerlingen. Bijgevolg zijn de kinderen van de tweede groep ook effectief gaan geloven dat ze minder zijn, net zoals de leerlingen van de eerste groep overtuigd waren dat ze intelligenter waren dan het gemiddelde. Dit beïnvloedde op zijn beurt dan weer hun resultaten. Dit fenomeen duiden we aan met de wetenschappelijke term het Pygmalion-effect, of ook wel het Rosenthal-effect genoemd.

Het Pygmalion-effect is een fenomeen dat vaak in het onderwijs kan waargenomen worden. Het sluit ook aan bij de selfullfilling prophecy van R. K. Merton. Concreet houdt dat in dat een idee dat je hebt of een bepaalde verwachting naar iemand zijn of haar resultaten kan beïnvloeden door een wijziging in jouw attitude. Dit kan echter ook in een positieve richting gebeuren, maar het vaakst observeren we het in de negatieve zin.

Wat dus jouw persoonlijke capaciteiten ook zijn, jouw zelfvertouwen en de moeite die je zal doen zijn steeds beslissend voor jouw slagen!

 

 

“Ik kom uit een minder gegoede omgeving dus ik heb minder slaagkansen op school”

Resultaten uit een PISA-enquête van 2006 toonden effectief aan dat er een grote kloof zit voor de resultaten tussen leerlingen uit kansarme milieus en leerlingen uit gegoede families. Blijkt dat echter in landen zoals Finland en Korea deze kloof veel minder aanwezig is.

Wat zou deze resultaten kunnen verklaren?

Uiteraard is er een grote verklaring te vinden in ons schoolsysteem. Maar, is er nog meer? Studies toonden namelijk aan dat de kinderen uit kansarme gezinnen vaak meer angstig waren en ook minder aansluiting voelen met de school.

Eerder haalden we reeds het belang aan van welke overtuiging je hebt en hoe dit een impact heeft op jouw resultaten in het kader van je schooltraject. Zich baseren op de negatieve stereotypes omtrent de sociale klasse waaruit een leerling komt kan ook negatieve gevolgen hebben voor zijn cognitieve prestaties en dus bijgevolg ook op zijn schoolse competenties.

Een andere factor die ook altijd een belangrijke rol speel is de betrokkenheid van de familie. Een luisterend en geïnteresseerd oor kunnen veel betekenen voor een leerling die probeert zijn schooltraject goed te leiden en te vervolledigen. Deze betrokkenheid heeft een grote invloed op de motivatie van de leerling en het emotioneel engagement dat zij aangaan tegenover hun studies. Ook al hebben ouders zelf geen verdere studies gedaan, is het belangrijk dat zij zich toch zoveel mogelijk interesseeren in het parcours dat hun kind aflegd op school. Op die manier zal de leerling ook gemakkelijker zijn plaats kunnen vinden als leerling.

Enquêtes met sommige oud-leerlingen toonden dan echter ook wel aan dat ze er zonder familiale steun ook wel waren geraakt.

Geloof in jezelf en ga ervoor!

Jouw zelfvertrouwen en eigen wil spelen dus ook hier weer een belangrijke rol. Sommige leerlingen zullen steeds harder moeten werken dan andere leerlingen, maar hier is noch je geslacht, noch de klasse waaruit je stamt of jouw IQ die jouw resultaten in negatieve zin zullen beïnvloeden. Het is jouw zelfvertrouwen, jouw motivatie, jouw inspanning en doorzettingsvermogen die een sleutelrol zullen spelen in jouw succes!