Leerstijlen – Leren leren

Stel je voor: een familiefeest waar de kinderen vrolijk in de tuin spelen tot plots Michiel in tranen tot bij jou komt, omdat hij een splinter in zijn hand heeft steken. Als ouder ga je meteen aan de slag en haal je alle mogelijke pincetten boven om de splinter eruit te halen. Nonkel Bob daarentegen loopt naar de andere kinderen en bekijkt wat er precies is misgegaan. Ondertussen zet jouw broer Jef zich naast Michiel neer en leidt hem af met een mop terwijl jij de splinter eruit neemt, en hij denkt ondertussen na hoe dit kon gebeuren. Tante Rita nam het zeker voor het onzekere en haalde er het EHBO-boek van het Rode Kruis bij en zocht het hoofdstuk over splinters op, om zeker te zijn wat het best is om te doen.

Benieuwd naar waar dit heen gaat? Welke rol My Sherpa hierin speelt? Ontdek hieronder hoe onze leerstijlen niet enkel invloed uitoefenen op ons dagelijks leven, maar ook op hoe we informatie vergaren en verwerken. Ontdek ook welke tips en tricks u kan gebruiken naargelang de leerstijl van uw kind.

Hoe hebben leerstijlen invloed op studeren?

Iedereen is anders, elk van ons is uniek… Dit vertaalt zich ook in ons handelen. Denk bijvoorbeeld terug aan de situatieschets van het familiefeest… In deze geschetste situatie ben je als ouder eerder de ‘doener’, Nonkel Bob de ‘denker’, broer Jef de ‘beslisser’ en Tante Rita de ‘dromer’, aldus de theorieën van Kolb besproken in dit artikel. Onze eigenheid vertaalt zich niet alleen in onze acties, maar dit geldt eveneens voor onze interesses en de manier waarop we leren. Daarbij worden we steeds door verschillende zaken gestimuleerd en gemotiveerd. Die motivatie stroomt vaak voort uit een succeservaring van iets dat we onder de knie hebben gekregen, iets dat belangrijk is voor ons, iets dat we graag doen en waar we sterk in zijn. Dit kan ons opnieuw motiveren en stimuleren om hiermee verder te gaan. Wat als de motivatie, door omstandigheden steeds daalt of er zelfs helemaal niet meer is?

Hoe beïnvloeden de leerstijlen uw acties, de omgeving van uw kind en zijn slaagkansen op school?

Wat kan het inzicht in de leerstijl van uw kind voor u als ouder betekenen? Als ouder kan dit u de mogelijkheid bieden om een gerichter overzicht te krijgen van alle nodige middelen die u kan aanwenden om een omgeving te scheppen, die eigen is aan de leerstijl van uw kind. Op die manier kan dit de intrinsieke motivatie van uw kind verhogen, die op zijn beurt kan bijdragen aan de algemene toename van de motivatie en inzet van uw kind voor school en om dingen bij te leren.

Op welke manier oefent dit invloed uit op onze motivatie?

Veel daarvan heeft te maken met de manier waarop u en uw kind(eren) omgaan met hun studies en hoe leerkrachten lesgeven en hun aanpak aanpassen aan de verschillende leerstijlen. Een belangrijke term hierbij is het ‘leerproces’. Dit is een term die een belangrijke plaats inneemt in het pedagogisch onderzoek dat werd geleid door David A. Kolb. Volgens hem is het volledig doorlopen van het zogenaamde leerproces cruciaal om een zo hoog mogelijk leerrendement te bekomen. Het is dus beter dat we de hele leercirkel doorlopen, zodat een maximum aan informatie en leerstof opgeslagen wordt en we kunnen toepassen wat we hebben geleerd. Kolb visualiseert dit in zijn zogenaamde ‘leercirkel’. Wat houdt dit concreet in?

De leercirkel van Kolb

De zogenaamde eerste fase in deze leercirkel is die van de ‘concrete ervaringen. Hierin ligt de nadruk op hoe we op persoonlijke wijze omgaan met menselijke situaties. De focus ligt daarbij vooral eerder op emoties en de praktijk, dan op het denken en de theorie. De volgende fase is die van ‘observeren en reflecteren’, waarbij we proberen de gedachten achter ideeën te begrijpen en bijgevolg de klemtoon helemaal niet op actief toepassen gaat liggen, maar wel op het begrijpen, nadenken en terugkoppelen. Hierop volgt dan de fase van het ‘vormen en formuleren van abstracte begrippen’. In deze fase gaan we vooral in op het redeneren, de ideeën en concepten, het systematisch plannen, de precisie, de theorie achter een bepaald fenomeen, enz. Waarop ten slotte de laatste fase aansluit met het ‘actief experimenteren’. Hier is de kans groot dat we een doel bereiken, omdat we hier vooral resultaat willen zien. Hiervoor moeten er soms risico’s genomen worden en dit kan vooral mensen en situaties actief gaan beïnvloeden.

We hoeven niet steeds bij fase 1 te beginnen, we kunnen elke leerfase in elke mogelijke volgorde doorlopen. Het is wel zo dat we best alle leerfases doorlopen, in opeenvolgende volgorde, om een zo hoog mogelijk leerrendement te bekomen. Afhankelijk van hoe we omgaan met deze fases zijn we eerder een dromer, of een denker, of een doener of meer een beslisser.

 

In welke leerstijl herkent u het meest uw kind?

In welke rol herkende u zich persoonlijk het meest bij het familiefeest scenario, of herkende u zich in twee of meer van onze familieleden?

Hieronder geven we u een overzicht van de algemene kenmerken van de vier leerstijlen. Net zoals u zichzelf mogelijk niet volledig in één van bovenstaande manieren van handelen herkende, kan het zijn dat u uw kind in een bepaalde leerstijl herkent, maar dat er eveneens kenmerken van andere leerstijlen eigen zijn aan uw kind. Er is nooit een leerstijl die ons 100% eigen is, maar dit is net goed, omdat we best en het meest volledig bijleren indien we verschillende zaken toepassen van de verschillende leerstijlen. Hoewel het interessant is om uw kind zijn/haar leerstijl te kennen, is het minstens even belangrijk om er bij stil te staan dat elke leerstijl uniek is en de ene niet beter is dan de andere. Om te vermijden dat we in hokjes zouden denken is het niet onbelangrijk om er aan toe te voegen dat we als persoon inderdaad niet vastgeroest moeten blijven in een bepaalde leerstijl. Er zal altijd een leerstijl zijn die ons het meeste kenmerkt, maar om een beter begrip te krijgen of te hebben van een bepaalde leerstof, of van zaken in het algemeen die we kunnen bijleren, is het aangeraden en heel interessant om ook andere trucjes en methodes uit te proberen, die misschien op hun beurt eerder eigen zijn aan andere leerstijlen.

Dit is meer bepaald waar wij met My Sherpa aandacht aan besteden. Wij streven naar een persoonlijke aanpak, gericht op de noden van uw kind. Hoewel uw kind zich meer thuis zal voelen bij een bepaalde aanpak, eigen aan zijn leerstijl, zal de coach zich flexibel opstellen indien hij merkt dat een andere aanpak veel comfortabeler aanvoelt voor uw kind, zodat deze kan openbloeien in een eventuele extra begeleiding.

 

De DROMERS willen vooral ‘eerst denken, dan doen’. Ze denken na over verschillende situaties, over verschillende mogelijkheden en proberen zich daarin in te leven. Zij slagen hier meestal wonderbaarlijk goed in, door hun groot voorstellingsvermogen. Hierdoor hebben zij een sterk bewustzijn van verschillende waarheden en betekenissen, en daardoor zien zij vaak meerdere (goede) oplossingen, maar zullen vaak twijfelen over een beslissing. Daarom hebben zij tijd en ruimte nodig om goed te leren. Zij genereren steeds nieuwe ideeën, alsook om  een persoonlijke betekenisgeving te koppelen aan hun leren. Tenslotte hebben zij steeds veel interesses en is hun gevoeligheid ook kenmerkend.

Hoe kunnen we dromers stimuleren?

  • Zorg voor verschillende meningen over een probleem.
  • Geef dromers tijd en ruimte om ervaringen te verwerken en gevoelens te uiten.
  • Dromers leren het best als ze concrete voorbeelden aan hun leerstof kunnen koppelen
  • Leg geen limiet of tijdsduur op: dromers hebben het hier moeilijk mee.
  • Moedig dromers aan: dan leren ze beter en liever.

 

De DENKERS stellen graag onderzoekende vragen, ze worden gekenmerkt doordat ze steeds informatie verwerken en gaan daarbij gemakkelijk om met feiten en begrippen. Zij kijken naar wat er gebeurt en proberen daar algemene regels in te ontdekken. Zij zullen ook meestal linken proberen te leggen tussen hun ervaringen en doen daarbij beroep op een logische gang van zaken en zetten dit om in praktijk. Verder kunnen zij niet goed tegen wanorde en leren zij het beste in gestructureerde situaties. Tenslotte is het belangrijk om te weten dat zij niet snel om hulp zullen vragen.

Hoe kunnen we denkers stimuleren?

  • Denkers weten graag waarom ze iets leren.
  • Een denker heeft orde en rust nodig in de studeerkamer.
  • Geef denkers de tijd om zelf het hoe, wat en waarom te ontdekken.
  • Denkers hebben uitdagingen zoals complexe vraagstukken nodig: altijd dezelfde stof verveelt snel, ze hebben afwisseling nodig.

 

De BESLISSERS hebben hun naam niet gestolen! Zij durven werkelijk graag beslissingen nemen en zetten het liefst ideeën om in praktijk. Daarbij is het ook zo dat zij de theorie meteen aan de praktijk willen koppelen en ze leren het meest uit praktijkvoorbeelden. Ze zullen ook maar steeds één juist antwoord geven, dat volgens hen correct is. Hun kennis is zeer gestructureerd en daardoor kunnen zij gemakkelijk specifieke problemen analyseren. Tegelijkertijd denken zij ook probleemoplossend. Zij plannen graag en voeren die plannen graag uit. De beslissers zijn pas tevreden als het leerproces volgens plan verloopt en zij stap voor stap tot het juiste resultaat kunnen komen.

Hoe kunnen we beslissers stimuleren?

  • Help de beslisser om een duidelijke rode draad te herkennen in de leerstof.
  • Geef de beslisser de kans om met eigen oplossingen te experimenteren.
  • Laat de beslisser zelf een probleem oplossen, geef hem hierbij aanwijzingen en raad.
  • Beslissers leren het best als ze voorbeelden uit de praktijk krijgen.
  • Maak de beslisser duidelijk dat wat hij nu leert, later van pas zal komen.

 

De DOENERS leren het best door ervaringen en gaan hier ook heel vaak naar op zoek. Ze worden graag ‘in het diepe gegooid’, ondernemen gemakkelijk actie en durven hierbij ook risico’s te nemen. Ze werken graag in team en zijn zeer intuïtief. Soms kan het zijn dat zij ongeduldig overkomen, maar dat is omdat er iets niet gaat zoals verwacht in hun zoektocht naar nieuwe leerervaringen. Zij vertrekken eerder vanuit de filosofie ‘eerst doen, dan nadenken’.

Hoe kunnen we doeners stimuleren?

  • Sfeer en menselijk contact zijn belangrijk; ze leren veel in groep.
  • De doener leert het best via groepswerk, samen dingen doornemen.
  • Doeners hebben uitdagingen en spanningsvolle situaties nodig die om snelle keuzes vragen.
  • Doeners gaan soms zonder na te denken aan het werk. Evalueer een taak achteraf en help hen hoofd- en bijzaken te onderscheiden.
  • Geef een doener de nodige tijd en ruimte om dingen uit te proberen.